Op dinsdag 28 januari 1992 schokte een gruwelijke vondst de bewoners van Den Haag. In de garage Damar aan de Kritzingerstraat werd het levenloze lichaam van de 64-jarige Louis van Dam ontdekt.
Louis van Dam lag op de grond van het kantoorgedeelte, omringd door een plas bloed. Het harde nieuws verspreidde zich snel door de buurt, terwijl de autoriteiten een onderzoek startten naar de brute moord die Den Haag op zijn grondvesten deed schudden.
Ondanks de gewelddadige aard van het misdrijf, bleek er geen sprake te zijn van diefstal. De vraag naar het motief achter deze kille daad blijft onbeantwoord, terwijl Den Haag rouwt om het verlies van Louis van Dam.