Op 22 november 1995 ontdekte de buurman van de 35-jarige Martin de Bruijn uit Den Haag een schokkende scène in zijn flat aan de Westenbergstraat in de Schilderswijk. Martin was al een paar dagen niet meer gezien door zijn bezorgde buurman.
De buurman van Martin sloeg alarm nadat hij geen teken van leven had gezien in de dagen voorafgaand aan de tragische vondst. De stilte in de flatwoning zorgde voor onrust bij de buurtbewoners.
De autoriteiten startten direct een onderzoek om de omstandigheden rond de dood van Martin de Bruijn te achterhalen. De flatwoning in de Haagse Schilderswijk werd het middelpunt van aandacht en speculaties over wat er precies was gebeurd.
De buurman die het lichaam van Martin vond, speelde een cruciale rol in het ontrafelen van het mysterie. Zijn alertheid en directe actie leidden tot de ontdekking van de trieste gebeurtenis en het in gang zetten van het politieonderzoek.