Schilder Vincent van Gogh heeft een bijzondere band met Den Haag. In 1869 kwam de kunstenaar al naar onze stad om te werken. Daarna keerde hij regelmatig terug. Hier vond hij inspiratie, maar bovenal een diepe liefde voor Hagenaars.
Nadat Vincent een tijd met veel passie bij kunsthandelshuis Goupil & Cie in Den Haag, Londen en Parijs had gewerkt, ging de commerciële kant van kunst hem steeds meer tegenstaan. In Parijs gooide Vincent het roer compleet om, hij wilde zendeling worden. Uiteindelijk raakte hij door zijn afkeer van kerkelijke instanties zijn aanstelling als lekenprediker kwijt in België.
Vincent vond inspiratie en liefde in Den Haag. Tijdens zijn eerste Haagse periode was de stad een bron van inspiratie, met name de schoonheid van het harde leven van gewone Hagenaars trok zijn aandacht. Hij schilderde vaak Scheveningse vissersfamilies en de ruwe zee.
Vincent verliet Den Haag in 1883. De complexe relaties en financiële problemen maakten het onmogelijk om te blijven. Zijn tijd in Den Haag resulteerde in ongeveer tien tot twintig schilderijen en vijftig tot honderd aquarellen, waaronder het bekende werk 'Gezicht op de zee bij Scheveningen' (1882).
In het Van Gogh Museum in Amsterdam kunnen bezoekers nog steeds genieten van zijn prachtige schilderijen.