Hart voor Den Haag wil dat de stad de rechten terugkoopt van het bekende Haagse Hopje, nadat de maker van het snoepje, het Zweedse Cloetta, is gestopt met de productie ervan. De partijvoorzitter, Richard de Mos, benadrukt het belang van het lokale culturele erfgoed en stelt voor dat Haagse bakkers het snoepje gaan produceren.
De grootste partij in de gemeenteraad overweegt een wethouder naar Zweden te sturen om te onderhandelen over het recept en de rechten van het Haagse Hopje. Volgens De Mos is het initiatief bevorderend voor de stadstrots en heeft de partij schriftelijke vragen gesteld aan het college.
De beslissing van Cloetta om te stoppen met de productie van Haagse Hopjes vanwege afnemende vraag wordt betreurd. De Mos pleit ervoor dat bakkers in Den Haag het snoepgoed mogen maken, zodat het opnieuw een bekende lekkernij wordt in de Haagse horeca. Hij stelt zelfs voor om een standbeeld van de ontdekker, baron Hop, neer te zetten om de historie van het snoepje te eren.
Het Haagse Hopjes museum heeft eerder geprobeerd om de snoepjes te produceren, maar zonder succes. Om de Haagse trots te behouden en te versterken, is De Mos vastbesloten om actie te ondernemen en zelfs persoonlijk naar Zweden te reizen als dat nodig is.