Een van de vier verdachten in de zaak rondom de explosie aan de Tarwekamp in Den Haag heeft verklaard dat hij alleen wilde deelnemen om waardevolle spullen te stelen. Toen dit niet mogelijk bleek, trok hij zich terug.
De verdachte, genaamd Adil A., heeft via zijn advocaat Dirk Stoof zijn verklaring gedeeld. A. geeft aan dat zijn motivatie om mee te doen was vanwege de grote waarde die in het pand zou liggen, geschat op 1,5 tot 2 ton euro.
Echter, A. beweert dat de opdrachtgever alleen brandstichting wilde en niet toestond dat er gestolen werd. Het geboden bedrag van 1500 euro was voor hem niet voldoende reden om deel te nemen aan de actie.
De verdachte beweert ten tijde van de explosie in een kroeg te hebben gezeten. Hij benadrukt dat er getuigen en camerabeelden zijn die zijn aanwezigheid in de kroeg bevestigen. A. beschuldigt de opdrachtgever ervan zijn leven te willen verwoesten.
De opdrachtgever, een 33-jarige man uit Rotterdam, wordt door het OM gezien als het brein achter de explosie. Deze man zou een relatie hebben gehad met de eigenaresse van de bruidsmodezaak waar de explosie plaatsvond. De advocaat van de 33-jarige verdachte ontkent dat zijn cliënt het brein is achter de gebeurtenissen en spreekt over een andere rolverdeling met veel spijt van zijn cliënt.
De enorme explosie resulteerde in het verlies van zes levens, meerdere gewonden en aanzienlijke materiële schade op 7 december. Op 14 maart staat de eerste voorbereidende zitting bij de rechtbank in Den Haag gepland.