Den Haag zal vanaf 2026 een zero-emissiezone instellen langs de kuststrook. Dit betekent dat alleen uitstootvrije bedrijfsvoertuigen op termijn zijn toegestaan in dit gebied.
De introductie van de zero-emissiezone leidde tot een politieke crisis door dreigende tegenstemmen van coalitiegenoot CDA. Na enkele tumultueuze dagen en een 'aanvullend voorstel' van het CDA, ging de partij toch akkoord met het plan.
In het coalitieakkoord is vastgelegd dat de zero-emissiezone in het centrum vanaf 2026 wordt uitgebreid naar de kust. De Scheveningse haven krijgt een uitzonderingspositie als minder strenge milieuzone.
Het CDA diende een aanvullend voorstel in waarbij ondernemers met de schoonste type dieselbussen een jaar langer de zero-emissiezone in mogen. De verplichting voor uitstootvrije bestelbussen wordt vanaf 2029 ingevoerd.
De invoering van de zero-emissiezone werd met 23 stemmen voor en 20 tegen aangenomen. SP en Haagse Stadspartij steunden de plannen, samen met de coalitiepartijen.
Sommige partijen noemen de zero-emissiezone een succes voor de leefbaarheid van de stad, terwijl anderen kritiek uiten op de maatregel als 'bestuurlijke krankzinnigheid' en vrezen voor een zero-werkzone.
De zero-emissiezone wordt gezien als een stap vooruit voor de komende dertig jaar, met een focus op het verbeteren van de luchtkwaliteit en het behoud van een gezonde natuur in Den Haag.